Als u elementen in een dia wilt laten verschijnen of verdwijnen, begint u met een voltooide dia (waarin alle elementen zichtbaar zijn), en stelt u vervolgens een effect in voor elk element dat u wilt laten verschijnen of verdwijnen.

Een object automatisch in een dia laten verschijnen of verdwijnen
  1. Selecteer in de dia het object dat wilt laten verschijnen of verdwijnen.

    Klik op meerdere objecten terwijl u de Shift-toets ingedrukt houdt om deze objecten te selecteren.

  2. Klik op de knop 'Info' in de knoppenbalk en klik vervolgens op de knop 'Animatie'.

  3. Klik op 'Animatie in' om in te stellen hoe het object in de dia verschijnt. Klik op 'Animatie uit' om in te stellen hoe het object weer van de dia verdwijnt.

  4. Kies een optie uit het venstermenu 'Effect'.

    Als u het effect toepast met een slimme animatie, verschijnt 'Slimme anim.' in het venstermenu 'Effect'. Raadpleeg Een reeks afbeeldingen samenstellen op één dia (slimme animaties) voor meer informatie.

  5. Kies een optie uit het venstermenu 'Richting' om de richting in te stellen waarin het object verschijnt en weer verdwijnt. (Deze optie is niet voor alle effecten beschikbaar.)

  6. Als u wilt aangeven dat het object in één keer of in delen moet worden weergegeven, kiest u een optie uit het venstermenu 'Uitvoering'.

    De opties in het venstermenu 'Uitvoering' kunnen variëren, afhankelijk van het object dat is geselecteerd. Zo bevat dit venstermenu voor tabellen opties om de tabel per rij of per kolom te laten verschijnen, terwijl het voor tekst opties bevat om de tekst bijvoorbeeld per alinea te laten verschijnen. Raadpleeg het gedeelte 'Verwante onderwerpen' hieronder voor meer informatie.

  7. Om in te stellen hoe lang het duurt voordat een object (of objectelement) verschijnt of verdwijnt, geeft u een waarde op in het veld 'Duur' (of gebruikt u de pijlknoppen).

    Als u voor de afzonderlijke objectelementen verschillende vertragingen wilt instellen, schakelt u het aankruisvak 'Stel timing/volgorde per animatie in' in. Selecteer elk onderdeel in de instellingenlade, kies 'Automatisch' uit het venstermenu 'Start animatie' en geef een waarde op in het veld 'Vertraging'. (Als de instellingenlade niet is geopend, klikt u op 'Meer opties'.)

  8. Om te voorkomen dat sommige objectelementen verschijnen, kiest u een andere optie dan 'Eerste' en 'Laatste' uit het venstermenu 'Animatie van'.

Om een voorbeeld van de animatie te bekijken, klikt u op de afbeelding in het infovenster 'Animatie' of klikt u op de knop 'Speel af' in de knoppenbalk. U kunt ook de animatie van een enkel element bekijken door erop te klikken in de instellingenlade.

Als u objecten groepeert of de groepering van objecten opheft die zijn voorzien van een animatie-effect, wordt het effect verwijderd.

Nadat u een objectanimatie hebt ingesteld, kunt u het volgende doen:

U kunt een objectanimatie op een basisdia toepassen zodat de animatie-effecten worden toegepast op elke dia die is gemaakt op basis van de basisdia. Raadpleeg Standaardovergangen instellen voor instructies.