U kunt diagrammen bijvoorbeeld per staaf of cirkelsegment laten verschijnen of verdwijnen.
Selecteer in het diawerkgebied een diagram waarvoor u een animatie hebt gedefinieerd.
Klik op de knop 'Info' in de knoppenbalk en klik vervolgens op de knop 'Animatie-info'.
Kies een optie uit het venstermenu 'Uitvoering' onder 'Animatie in' (om diagramelementen te laten verschijnen) of 'Animatie uit' (om diagramelementen te laten verdwijnen) van het infovenster 'Animatie'. Mogelijk worden niet alle onderstaande opties weergegeven, afhankelijk van het diagramtype dat u in het diawerkgebied hebt geselecteerd:
Met 'Allemaal tegelijk' verschijnt het gehele diagram als één object.
Met 'Achtergrond eerst' verschijnen eerst de diagramassen en daarna alle gegevenselementen tegelijk (staven, lijnen of vlakken).
Met 'Per reeks' verschijnen eerst de diagramassen en daarna de gegevenselementen reeks voor reeks.
Met 'Per set' verschijnen eerst de diagramassen en daarna de gegevenselementen set voor set.
Met 'Per element in reeks' verschijnen eerst de diagramassen en daarna de gegevenselementen reeks voor reeks.
Met 'Per element in set' verschijnen eerst de diagramassen en daarna de gegevenselementen set voor set.
Voor alle elementen van een diagram (behalve de legenda) wordt dezelfde animatiestijl gebruikt.
Voor de legenda kunt u een aparte animatiestijl en -volgorde instellen. Als u het diagram en de legenda tegelijk wilt laten verschijnen, groepeert u de legenda met het diagram voordat u de animatiestijl van het diagram instelt (raadpleeg Objecten groeperen en de groepering van objecten opheffen).