Met celverwijzingen kunt u de cellen aanduiden waarvan u de waarden in formules wilt gebruiken. De cellen kunnen zich in dezelfde tabel bevinden als de formulecel, of in een andere tabel op hetzelfde of een ander werkblad.
Celverwijzingen zien er niet altijd hetzelfde uit. De notatie is afhankelijk van verschillende factoren, bijvoorbeeld of de celtabel kopteksten bevat, of naar één of meerdere cellen wordt verwezen, enzovoort. Hieronder vindt u een overzicht van de mogelijk notaties van celverwijzingen.
Verwijzing
|
Notatie
|
Voorbeeld
|
---|---|---|
Een willekeurige cel in de tabel met de formule |
De letter van de verwijzingslabel, gevolgd door het nummer van de verwijzingslabel voor de cel |
C55 verwijst naar de vijfenvijftigste rij van de derde kolom. |
Een cel in een tabel met een rij en een kolom met koptekst |
De naam van de kolom, gevolgd door de naam van de rij |
2006 Omzet verwijst naar een cel waarvan de rij de koptekst '2006' en de kolom de koptekst 'Omzet' bevat. |
Een cel in een tabel met meerdere rijen of kolommen met koptekst |
De koptekst met kolommen of rijen waarnaar u wilt verwijzen |
Als de koptekst '2006' doorloopt over twee kolommen ('Omzet' en 'Kosten'), verwijst 2006 naar alle cellen van de kolommen 'Omzet' en 'Kosten'. |
Een celbereik |
Een dubbele punt (:) tussen de eerste en laatste cel van het bereik en verwijzingslabels om de cellen aan te duiden |
B2:B5 verwijst naar vier cellen in de tweede kolom. |
Alle cellen in een rij |
De naam van de rij of rijnummer:rijnummer |
1:1 verwijst naar alle cellen in de eerste rij. |
Alle cellen in een kolom |
De letter of naam die de kolom aanduidt |
C verwijst naar alle cellen in de derde kolom. |
Alle cellen in een bereik van rijen |
Een dubbele punt (:) tussen het nummer of de naam van de eerste en laatste rij van het bereik |
2:6 verwijst naar alle cellen in vijf rijen. |
Alle cellen in een bereik van kolommen |
Een dubbele punt (:) tussen de letter of de naam van de eerste en laatste kolom van het bereik |
B:C verwijst naar alle cellen in de tweede en derde kolom. |
Een cel in een andere tabel op hetzelfde werkblad |
De tabelnaam gevolgd door twee keer een dubbele punt (::) en vervolgens de celaanduiding |
Tabel 2::B5 verwijst naar cel B5 van de tabel met de naam 'Tabel 2'. Tabel2::Inschrijving 2006 verwijst naar de naam van een cel. |
Een cel in een tabel op een ander werkblad |
De naam van het werkblad gevolgd door twee keer een dubbele punt (::), de tabelnaam (tenzij dit de enige tabel in de spreadsheet is), nog twee keer een dubbele punt en dan de celaanduiding |
Werkblad 2::Tabel 2::Inschrijving 2006 verwijst naar een cel in de tabel met de naam 'Tabel 2' op het werkblad met de naam 'Werkblad 2'. |
U kunt de naam van de tabel of het werkblad weglaten als de gebruikte celnamen slechts één keer in de spreadsheet voorkomen.
Wanneer u verwijst naar een cel die deel uitmaakt van een koptekstrij of -kolom die meerdere rijen of kolommen omvat, gebeurt het volgende:
De naam van de koptekstcel die zich het dichtst bij de cel met de verwijzing bevindt wordt gebruikt. Als een tabel bijvoorbeeld twee koptekstrijen heeft waarbij B1 'Hond' en B2 'Kat' bevat, wordt, wanneer u een formule met 'Hond' bewaart, in plaats daarvan 'Kat' gebruikt.
Als 'Kat' echter ook in een andere koptekstcel in de spreadsheet voorkomt, blijft 'Hond' behouden.
Raadpleeg Technieken voor het invoegen van celverwijzingen in formules voor informatie over het toevoegen van celverwijzingen aan formules. Raadpleeg Onderscheid maken tussen absolute en relatieve celverwijzingen voor informatie over absolute en relatieve celverwijzingen. Deze zijn van belang bij het kopiëren en verplaatsen van formules.