Trendlijnen zijn lijnen die voor uw specifieke gegevens worden berekend en weergegeven. U bepaalt zelf welk type vergelijking wordt gebruikt. Trendlijnen kunnen in vrijwel alle typen diagrammen worden gebruikt, behalve in gestapelde staaf-, kolom- en vlakdiagrammen en in cirkeldiagrammen.

Een trendlijn tonen voor de gegevenspunten in een geselecteerde reeks
  1. Selecteer een of meer reeksen waarvoor u een trendlijn wilt tonen en klik vervolgens op de knop 'Info' in de knoppenbalk.

  2. Klik op 'Diagram' in het infovenster en klik vervolgens op 'Reeks'.

  3. Klik onder in het paneel 'Reeks' op 'Geavanceerd'. Klik vervolgens op 'Trendlijn'.

  4. Kies uit het venstermenu een type vergelijking voor het berekenen van de trendlijn:

    • 'Lineair':  
      Hiermee wordt een optimaal passende rechte lijn weergegeven. Deze vergelijking is met name geschikt voor eenvoudige, lineaire gegevensreeksen.
    • 'Logaritmisch':  
      Hiermee wordt een optimaal passende gebogen lijn weergegeven. Deze vergelijking is met name geschikt als de waarden snel stijgen of dalen en zich vervolgens stabiliseren.
    • 'Polynoom':  
      Hiermee wordt een gebogen lijn weergegeven met pieken en dalen op punten waarop de waarden stijgen of dalen. Kies de gewenste volgorde voor de polynoom in het veld 'Volgorde'. Wanneer u bijvoorbeeld 4 kiest, worden drie pieken of dalen weergegeven.
    • 'Macht':  
      Hiermee wordt een gebogen lijn weergegeven die u kunt gebruiken bij het vergelijken van metingen met een bepaalde versnellingsgraad. U kunt deze vergelijking niet gebruiken voor gegevensreeksen die nulwaarden of negatieve waarden bevatten.
    • 'Exponentieel':  
      Hiermee wordt een gebogen lijn weergegeven die u kunt gebruiken voor waarden die steeds sneller stijgen of dalen. U kunt deze vergelijking niet gebruiken voor gegevensreeksen die nulwaarden of negatieve waarden bevatten.
    • 'Bewegend gemiddelde':  
      Hiermee wordt een trendlijn weergegeven op basis van het aantal gegevenspunten dat u in het veld 'Periode' opgeeft. Van deze gegevenspunten wordt het gemiddelde berekend, waarna deze gemiddelde waarde als trendlijnpunt wordt gebruikt.
  5. Om de vergelijking te tonen waarop een trendlijn is gebaseerd, selecteert u de lijn en kiest u 'Toon vergelijking'. U kunt deze vergelijking naar elke gewenste plaats op de pagina slepen.

  6. Om de R-kwadraatswaarde te tonen die is gebruikt om een trendlijn te berekenen, selecteert u de lijn en kiest u 'Toon R^2-waarde'. U kunt deze waarde naar elke gewenste plaats op de pagina slepen.

  7. Om een label voor een trendlijn te tonen, selecteert u de trendlijn en kiest u vervolgens 'Label'. Typ een label in het bijbehorende veld.

  8. Om de kleur of dikte van een trendlijn te wijzigen, selecteert u de trendlijn en klikt u vervolgens op de knop 'Afbeelding' in het infovenster. Pas de lijninstellingen naar wens aan.