U kunt elementen (zoals een bedrijfslogo of een andere afbeelding, tekst of kleur) in elke dia weergeven die op een bepaalde basisdia is gebaseerd.
Op deze manier kunt u groepen verwante dia's in een presentatie aanmaken. U kunt bijvoorbeeld kleine wijzigingen aanbrengen in de achtergrond van de verschillende groepen dia's. Dit doet u door een set basisdia's met verschillende achtergronden aan te maken.
Selecteer de basisdia waarmee u wilt werken.
Selecteer alle ongewenste onderdelen en druk op de Delete-toets.
Wanneer u een object (vorm, afbeelding, audio- of filmbestand, tabel of diagram) als achtergrondelement wilt gebruiken, voegt u het object aan de basisdia toe en past u het formaat en de positie van het object aan.
Wanneer u het object op de gewenste positie hebt geplaatst, kunt u 'Orden' > 'Vergrendel' kiezen om te voorkomen dat u het onderdeel per ongeluk verplaatst.
Als basisobjecten door elkaar mogen worden geplaatst als objecten die worden toegevoegd aan dia's die op de basisdia zijn gebaseerd, opent u het infovenster 'Basisdia', klikt u op 'Weergave' en schakelt u het aankruisvak 'Sta plaatsing van dia-objecten op lagen van basisdia toe' in.
Raadpleeg Een object naar voren of naar achteren verplaatsen (objecten in lagen plaatsen) voor meer informatie over het in lagen plaatsen van objecten.
Als u een kleur of afbeelding in de achtergrond van de dia wilt weergeven, gebruikt u de regelaars van 'Achtergrond' in het paneel 'Weergave' van het infovenster 'Basisdia'.
Achtergrondlagen worden vaak gebruikt voor alfakanaalafbeeldingen (transparante afbeeldingen). Als u objecten aan een dia toevoegt, kunt u de objecten in lagen plaatsen, zodat de objecten achter een achtergrondafbeelding gedeeltelijk zichtbaar zijn.